
Traanvocht zou een belangrijk hulpmiddel kunnen zijn in de diagnose van Alzheimer, volgens biochemicus Marlies Gijs. Het zou de pijnlijke en ingrijpende procedure van het onderzoeken van hersenvocht kunnen vervangen.
Traanvocht als potentieel diagnosticum
Biochemicus Marlies Gijs van het Maastrichtse MUMC+ gelooft dat traanvocht een sleutelrol kan spelen in het diagnosticeren van Alzheimer. Momenteel worden diagnoses gemaakt door het analyseren van hersenvocht, een proces dat zwaar en pijnlijk kan zijn. Gijs stelt echter voor dat dezelfde eiwitten die in hersenvocht worden gevonden, ook in traanvocht kunnen worden aangetoond.
Amyloid-beta en tau in diagnose
Bij het diagnosticeren van Alzheimer richt het onderzoek zich vaak op de identificatie van twee specifieke eiwitten, namelijk amyloid-beta en tau. Deze eiwitten, die volgens Gijs detecteerbaar zijn in traanvocht, zijn kenmerkend voor de ziekte van Alzheimer. Dit maakt het mogelijk om op een relatief eenvoudige manier een mogelijk geval van Alzheimer te identificeren.
Het idee om traanvocht als een diagnostische methode te gebruiken is nieuw en moet verder worden getest. Als andere onderzoeksinstituten over de hele wereld dezelfde resultaten vinden, zou dit de betrouwbaarheid van de methode kunnen vergroten. Op dit moment zijn veel instanties bezig met het dupliceren van deze resultaten.
Vereenvoudiging van het diagnostisch proces
Het gebruik van traanvocht voor de diagnose van Alzheimer zou het proces aanzienlijk kunnen vereenvoudigen. In plaats van een belastende lumbale punctie zou een eenvoudige traanvochttest kunnen worden afgenomen door een huisarts. Dit zou niet alleen het comfort voor de patiënt verbeteren, maar ook de snelheid van de diagnose verhogen.