Voor Nederlanders boven de zestig worden de priklocaties steeds meer de periferie, een reflectie van het feit dat corona in toenemende mate een 'veteranenziekte' is geworden. Ondanks de opluchting van extra bescherming, zorgt recente informatie over de effectiviteit van de vaccins voor onzekerheid.
Corona: vooral een ziekte voor ouderen
Voor Nederlanders boven de zestig lijkt het coronaspook opnieuw de kop op te steken, met priklocaties die steeds meer naar de periferie verhuizen. De grijze hoofden die deze plekken bevolken, worden het gezicht van een ziekte die steeds meer een 'veteranenziekte' wordt. Het jongere deel van de samenleving zal niet toestaan dat zijn leven voor een tweede keer wordt ontwricht door een ziekte die voornamelijk ouderen treft.
Het RIVM heeft een brief gestuurd naar ouderen waarin wordt uitgelegd dat de coronavaccinatie hun afweer weer op peil brengt en hen beter beschermt tegen ernstig ziek worden door het virus. Hoewel het idee van extra bescherming verwelkomd wordt, is het duidelijk dat corona nog steeds rondwaart, met berichten over leeftijdgenoten die opnieuw besmet raken.
Vragen over de effectiviteit van de vaccinatie
Ondanks het gevoel van opluchting na de vaccinatie, zijn er zorgen over de effectiviteit van de injectie. Volgens een artikel van wetenschapsjournalist Maarten Keulemans is na een herhaalprik slechts 14 procent van de 60-plussers uiteindelijk beschermd, en deze bescherming neemt na enkele maanden al af. Immunoloog Gijsbert van Nierop verwacht een gunstiger resultaat, maar voorziet geen wonderen. Bijna ironisch genoeg lijkt de beste bescherming te komen van het krijgen van de ziekte en daarna een boosterprik te halen.
