Nieuw onderzoek ontdekt hoe ongeboren baby's een gen van hun vader gebruiken om het metabolisme van hun moeder te manipuleren en tijdens de zwangerschap meer voedingsstoffen te verkrijgen. Dit gen beïnvloedt ook de lange termijn gezondheid van de baby.
Het gen van de vader manipuleert moeders metabolisme
Wetenschappers hebben een belangrijke ontdekking gedaan in de wereld van de genetica en de zwangerschap. Ze hebben namelijk ontdekt dat ongeboren baby's een specifiek gen van hun vader gebruiken om het metabolisme van hun moeder te beïnvloeden. Dit doet de baby om tijdens de zwangerschap meer voedingsstoffen te kunnen ontvangen. Een soort intern sturingssysteem dus, dat tot interessante inzichten leidt over de interactie tussen moeder en kind tijdens de zwangerschap.
Deze genetische 'afstandsbediening' leidt tot een interne strijd tussen moeder en kind. De foetus doet er alles aan om zoveel mogelijk voedingsstoffen binnen te krijgen, terwijl het lichaam van de moeder zichzelf ook moet voorzien van voldoende glucose en vetten voor haar eigen gezondheid, de bevalling, borstvoeding en toekomstige voortplanting. Het is een complex samenspel van genetica en biologie.
Defect gen kan groeiproblemen en gezondheidsproblemen veroorzaken
Het blijkt dat dit vaderlijke gen, bekend als lgf2, niet altijd naar behoren werkt. Wanneer er een defect is in dit gen, kan dit leiden tot problemen bij de groei van de baby. De baby kan dan te snel groeien, of juist een groeiachterstand hebben. Dit kan op de lange termijn de gezondheid van het kind beïnvloeden en kan mogelijk leiden tot diabetes en obesitas op latere leeftijd. Het onderzoeken en begrijpen van deze genetische invloeden is dan ook van cruciaal belang voor de toekomstige gezondheid van zowel moeder als kind.
