Een recent onderzoek heeft aangetoond dat de 'weekendsporters', mensen die hun aanbevolen wekelijkse lichaamsbeweging in een paar dagen proppen, dezelfde gezondheidsvoordelen hebben als degenen die hun inspanningen over de week spreiden. Dit heeft vooral betrekking op de risico's op hart- en vaatziekten.
Dagelijkse of weekend beweging: maakt het uit?
Het verrichten van de aanbevolen 150 minuten matig intensieve beweging per week blijkt nog steeds belangrijk te zijn voor het verminderen van het risico op hart- en vaatziekten. Maar of je die nu allemaal in één of twee dagen doet of over de hele week spreidt, lijkt geen verschil te maken. Dit is een opvallende uitkomst van een onderzoek, gepubliceerd in het medische tijdschrift Jama.
Voor deze studie analyseerden onderzoekers de medische gegevens van 90.000 Britten. Uit de data bleek dat een derde van deze deelnemers niet voldeden aan de wekelijkse bewegingsnorm van 150 minuten. 42% concentreerde deze fysieke activiteit in één of twee dagen, terwijl bijna een kwart van de deelnemers hun sporttijd over meerdere dagen verspreidde.
Verspreiding van beweging en gezondheidsrisico's
De onderzoekers concludeerden dat de manier waarop de fysieke inspanning over de week wordt verdeeld, weinig verschil maakt in termen van het risico op hart- en vaatziekten. Dit geldt voor het risico op een hartaanval, hartfalen en een beroerte. Een vervolgstudie zal nu onderzoeken of dit ook geldt voor andere gezondheidsaandoeningen.
