UMCG-onderzoekers stellen dat een zelftest een effectief hulpmiddel is om nierschade op grote schaal tijdig op te sporen. Ze pleiten daarom voor een landelijk bevolkingsonderzoek, na succesvolle resultaten in een proefonderzoek in Breda.
Zelftest voor het opsporen van nierschade
Een zelftest kan een belangrijk hulpmiddel zijn in de strijd tegen nierschade, volgens onderzoekers van het UMCG. Zij kwamen tot deze conclusie na een succesvolle pilotstudie in Breda, waarbij 15.000 inwoners werden uitgenodigd om de test te doen. Naar aanleiding van de positieve resultaten pleiten de onderzoekers voor een landelijk bevolkingsonderzoek. Zij geloven dat een dergelijk onderzoek een effectieve methode zou kunnen zijn om nierschade op grote schaal op te sporen.
De zelftest voor nierschade is eenvoudig en makkelijk uit te voeren. Het enige wat men hoeft te doen, is wat urine verzamelen in een buisje en dit vervolgens opsturen naar het laboratorium. Daar wordt de urine onderzocht op de aanwezigheid van bepaalde eiwitten. Deze eiwitten kunnen wijzen op nierschade en helpen zo bij de vroege opsporing van deze aandoening.
De impact van nierschade op de gezondheidszorg
Chronische nierschade is een groot probleem in Nederland. Naar schatting hebben 1,7 miljoen mensen in ons land te maken met deze aandoening. Voor velen van hen kan nierschade leiden tot hart- en vaatziekten, en in sommige gevallen zelfs tot de noodzaak van dialyse of een niertransplantatie. Dit brengt aanzienlijke kosten met zich mee voor de gezondheidszorg.
Het belang van vroegtijdige opsporing van nierschade
Het is van cruciaal belang om nierschade in een vroeg stadium op te sporen. Door tijdige signalering kunnen er aanpassingen worden gedaan in leefstijl en medicatie, waardoor erger kan worden voorkomen. Dit geldt niet alleen voor de nierfunctie, maar ook voor de hart- en bloedvaten. Wereldwijd wordt eiwitverlies in de urine nu gebruikt als een belangrijke indicator van nierschade en de behandelrichtlijnen zijn hierop aangepast.
